Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar [35]buiten zullen zijn [36]de honden, en de [37]tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een iegelijk, [38]die de leugen liefheeft, en doet. 35. Namelijk buiten het hemels Jeruzalem, in den poel des vuurs, waarin zij door Gods rechtvaardig oordeel voor eeuwig zijn geworpen. Zie hfdst.19 vs.15, en hfdst.21 vs.8. 36. Dat is, de razende vijanden en aanstokers van Christus en van het Evangelie, gelijk Christus die noemt Matth.7:6, of die de waarheid eens beleden hebbende, weder tot hun uitspuwsel gekeerd zijn, gelijk Petrus ook zodanigen honden noemt; 2 Petr.2:22. 37. Of venijngevers; want beide betekent het Griekse woord. 38. Namelijk hetzij tegen het derde of tegen het negende gebod; waarbij alle meinedige, ontrouwe, dubbele mensen en bedriegers van hun naasten verstaan worden.